Niemand noemde hem Ambrosius, het was gewoon 'Jan', nog ongehuwd.
De berichtgeving van de 'Journal d'Ypres' van dinsdag 5 oktober 1898 was even nauwkeurig als die van de hedendaagse sensatiekranten: niets was correct. Ze schreven dat Jan vermoord werd nabij herberg 'De Vincke' met 16 messteken, dat zijn lichaam pas de volgende dag gevonden werd door passanten die op weg waren naar de markt, en dat de dader L.V. heette, een koeienhouder.
Jan werd vermoord met één messteek. Wijzend op de bloedende wonde waren zijn laatste woorden: «ziet nu wat gij gedaan hebt, dat zal ik niet vergeten!» Helaas heeft hij het niet lang kunnen onthouden.
Zijn lichaam is niet blijven liggen, want er waren getuigen. De dader heette Charles-Louis Hoorelbeke, °Staden 09.01.1867, landwerker. De moord gebeurde op zondag 25 september 1898 om 7 uur 's avonds te Staden in de wijk 's Gravenseik, dichtbij de herberg van Karel Mortier in de Hogeschuurstraat 27. De onderzoeksrechter vond op 26 september nog een bloedspoor tussen de plaats van aanranding en de plaats waar Jan gevallen is. Jan lag opgebaard thuis. Het mes van de dader was spoorloos.
Hoorelbeke beweerde echter aan de onderzoeksrechter dat hij sinds lang vervolgd werd door Lanssens. «Hij had een mes bij zich, en stond een zekere Vandamme op te hitsen tegen mij. Al van in de herberg was hij mij gevolgd om twist te zoeken, maar ik was zelf weggegaan. Ik was beschonken en daardoor vergramd. Ik heb hem geslagen met een klein pennemesje, een type met kurkentrekker. Na de slag ben ik weggevlucht en ik heb het pennemesje onderweg ergens weggegooid.»
- Volgens getuige Hendrik Sentobin, een 14-jarige koeienwachter, had Lanssens eerst gezegd: «Karel, wij zullen daarover zwijgen en een pint drinken». Daarop zag hij Hoorelbeke achteruit springen, Lanssens begon te bloeden en zijn laatste woorden waren: «ziet nu wat gij gedaan hebt, dat zal ik niet vergeten».
- Volgens getuige Karel Rabout, 'brykkenbakker', waren de laatste woorden van Jan Lanssens tegen Hoorelbeke: «Gij zult dit beklagen en dit niet voor niet gedaan hebben». Daarna viel hij bloedend achterover in bezwijming. Getuige had geen mes gezien in de handen van Lanssens.
- Volgens getuige Alois Sentobin, olieslager, gaf Hoorelbeke, zonder dat Lanssens enige beweging maakte, hem een geweldige slag in de onderbuik met een beweging van onder naar boven. «Indien Lanssens een mes zou hebben gehad, zou ik dit zeker gezien hebben».
Op 3 oktober 1898 wordt Hoorelbeke geconfronteerd met de getuigenissen, waarna hij verklaart dat hij moeilijkheden wilde vermijden, maar dat Lanssens naar hem sprong gewapend met een mes, en dat hijzelf pas daarna zijn eigen mes uit zijn vestzak ('zijn beurze') haalde. Jan's jongere broer Victor Lanssens, heeft het geopend mes van zijn broer gevonden, en heeft dit verklapt aan Philomena Stragier.
Kortom een spannende serie getuigenissen die zich toespitsen op de vraag: was het misschien wettige zelfverdediging? Na de laatste verklaring ontbiedt de onderzoeksrechter uiteraard onmiddellijk Philomena Stragier en Victor Lanssens voor een reeks cruciale verhoren.
Philomena bevestigt dat zij Jan's 14-jarige broer Victor gezien heeft met het mes van Jan. Victor ontkent dat hij iets gevonden heeft in de zakken van Jan, en zijn moeder bevestigt: «Victor heeft Jan's mes gevonden in een koffer, en dit heeft hij aan Philomena getoond». De zakken van zijn vermoorde broer waren immers onmiddellijk na de moord onderzocht door de politiecommissaris, en die had alleen wat geld, een zakdoek, een uurwerk en een sleutel gevonden.
In zijn reactie van 29 oktober 1898 gaat de politiecommissaris fel tekeer tegen Philiomena en Cie, die hij verwijt te liegen en uit baatzucht partij te trekken voor Hoorelbeke. «Trouwens, zou Jan Lanssens nadat hij geraakt was, een eventueel mes nooit meer hebben kunnen opbergen in zijn vestzak.»
Maar ... op 2 november verklaart een getuige Constant Snouck dat het mes wél gevonden werd in de zakken van Jan. Na een nieuwe confrontatie vallen de jonge Victor en zijn moeder door de mand ... het mes zat wél in de zakken van Jan ... de politiecommissaris had het niet gevonden ... toen de commissaris dit achteraf vernam had hij tegen Victor gezegd om voor alle gemak te verklaren dat het uit de koffer kwam !!
Maar heeft Jan zijn mes effectief getrókken? De spannende reeks verhoren wordt afgerond met een nota van 2 Ieperse wetsgeneesheren. De doodsoorzaak was het doorsnijden van de bilslagader. Jan Lanssens heeft nog een tiental stappen gezet, en het is niet onmogelijk, dat hij in die tijd zijn mes zou dichtgeknipt hebben en opgeborgen in zijn vestzak.
Opnieuw moeten we vaststellen dat het Gerecht vroeger efficiënter werkte dan vandaag, want na amper 4 maanden kwam de zaak op donderdag 26 januari 1899 voor het assisenhof.
In zijn rekwisitoor beschuldigt het Openbaar Ministerie Hoorelbeke van moord met voorbedachtheid, omdat hij vooraf een open mes zou klaargehouden hebben.
Daartegen pleit de verdediging vrijspraak voor wettige zelfverdediging.
De jury verwerpt de thesis van moord, maar verklaart Hoorelbeke schuldig aan vrijwillige slagen en verwondingen zonder het inzicht te doden. Dit gebeurt met amper 7 stemmen tegen 5 en bevestiging door de beroepsrechters.
De straf: 8 jaar opsluiting en verlies van burgerlijke en politieke rechten.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be