Jacobus ('Jacques') Denaux die op 31-jarige leeftijd baas was van een steenbakkerij, maar toch nog ongehuwd inwoonde bij zijn ouders, kwam in zeer nauwe schoentjes terecht. Hij ontsnapte ternauwernood aan een zware gevangenisstraf, misschien levenslang, zelfs de doodstraf was mogelijk!
Hij werd verdacht van tot 3x toe abortus veroorzaakt te hebben bij Maria Coussens, de dienstmeid van zijn ouders, die telkens zwanger was van hem. Maria Coussens was uiteraard medeverdachte van deze abortussen, maar zij werd bovendien verdacht van moord op een kind dat voortkwam uit een vierde zwangerschap van Jacques Denaux, én van diefstal van een zilveren uurwerk ten laste van Pauline Denaux (zus van Jacques, eveneens nog inwonend bij de ouders).
Uiteindelijk kon de verdenking van 3 abortussen niet hard gemaakt worden en de Raadkamer stelde Jacques Denaux buiten vervolging. De invloedrijke positie van vader Charles Denaux, ontvanger van Diksmuide en grondeigenaar, zal wel een rol gespeeld hebben bij de 'ontsnapping' van zijn zoon Jacques.
Meid Maria Coussens ontsnapte dus mee aan een vervolging wegens abortus, maar ze werd voor het assisenhof van Brugge gebracht voor de resterende beschuldigingen: 'Infanticide et Vol Domestique' (kindermoord en dienstbodediefstal).
Dossier 2770 uit 1852 van het assisenhof is een lijvig pak met meerdere pv's van verhoor. We volgen het bloedstollende verhaal, en beginnen met een bloemlezing uit de verhoren van Maria Coussens, de dienstmeid die intussen verhuisd was van Diksmuide naar Wingene. Omwille van de leesbaarheid werd de taal opgekuist.
____________
«Het eerste kind van het mannelijk geslacht dat ik gehad heb over 4 jaren, heb ik gebaard ten huize van mijn vader, Pieter Coussens uit Tielt, waar het voormelde kind zich nog bevindt. Dit is het gevolg geweest van betrekkingen met mijn kozijn Severinus Dewitte, waarmee mijn ouders niet wilden dat ik in het huwelijk trad.
Sedert dien tijd, tot het ogenblik dat ik gaan wonen ben bij Mr den Ontvanger Denaux te Dixmude, ben ik niet meer zwanger geweest. Ik heb in die periode 6 maanden gewoond bij Mr Louis Vandekerckhove, koopman in lijnwaten te Tielt, 7 maanden bij Mr Boone, apotheker te Tielt, en 1 jaar bij Mr Lievens, zangmeester van de Bisschop te Brugge.
In mei 1850 ben ik gaan wonen als keukenmeid bij Mr Denaux te Dixmude. Zeven weken daarna heb ik vleeschelijke betrekkingen gehad met de zoon Jacobus Denaux, en ben daardoor in zwangere staat gekomen. Mr Denaux beloofde gedurig van met mij te trouwen.
Drie maanden bevrucht zijnde, en op een dag naar de steenovens gaande wandelen, zegde ik hem: "Wat moet ik nu gaan doen in zulke staat; moet ik nu naar mijn ouders gaan en hun schande aandoen?" Waarop Denaux antwoordde: "Dat is niets, mijn broer is dokter in de Bijloke in Gent; ik zal eens naar Gent gaan en drank mede brengen. Het zal in drie dagen gedaan zijn, ik weet dit, vermits ik nog te Brussel voor dokter gestudeerd heb."
Jacobus Denaux is 's anderendaags naar Gent vertrokken en 3 à 4 dagen later teruggekeerd, met een klein wit fleschken met een rood koordeken aen den hals. Daarin was drank met het kouleur van brandewijn, die hij mij heeft doen nemen.
Dezelfde dag ben ik onpasselijk geworden, de tweede dag zijn mijn regels gekomen, en de derde dag is de vrucht afgekomen terwijl ik op de waterpot zat. Mr Denaux was bij mij. Hij heeft het miskraam gezien, in zijn slaapmuts gestoken en in de wijngaard bedolven.
Mr Denaux heeft mij niet gezegd bij welke apotheker te Gent hij de drank gehaald had.»
«Het tweede miskraam had plaats in mei 1851, ook ten gevolge van betrekkingen met de zoon Jacobus Denaux. Gelijk de eerste keer heeft hij mij drank doen nemen die hij naar Gent was gaan halen. De derde dag is de vrucht afgekomen. Ik bevond mij op mijn kamer en zat op de waterpot. Sophie heeft alles gezien en is Mr Denaux gaan roepen. Hij is gekomen en Sophie is de pot in het vertrek gaan ijdelen ('in de WC gaan uitgieten').»
«Jacobus Denaux kwam omzeggens dagelijks in mijn slaapkamer, en ten gevolge van de betrekkingen die ik met hem had, ben ik nog eens zwanger geworden. In de maand september 1851 heeft hij voor een derde maal dezelfde drank meegebracht uit Gent, die hij mij heeft doen nemen aan de deur van de peerdestal om 4 uur 's morgens. Drie dagen daarna heeft het miskraam plaats gehad op mijn slaapkamer, zittende op de pot. Mr Denaux was op mijn kamer, heeft de pot naar beneden gedragen zeggende dat hij het ging delven aan dezelfden wijngaard waar het eerste gedolven was.»
«Sedert de maand september 1851 ben ik niet meer bevrucht geweest, niettegenstaande de betrekkingen die ik met dezelfde heer nog gehad heb tot ik verhuisd ben naar Wingene, twee à drie dagen vóór Allerheiligen laatst.
Indien het tegenovergestelde beweerd wordt door Theresia Joye, Amandus Snoek, Rosalia Vandenbussche of iemand anders, geven zij ene valsche getuigenis.
Gans de tijd dat ik in Dixmude gewoond heb, heb ik nooit met andere manschpersonen dan met Mr Jacobus Denaux vleeschelijke betrekkingen gehad. Bijgevolg is het onwaar dat ik einde februari 1852 in Zwevezele een kind zou gebaard hebben en om het leven gebracht.»
«Als huurloon voor heel de tijd bij Mr Denaux heb ik ongeveer 150 frank ontvangen. Al dit geld heb ik aan de zoon Jacobus gegeven om het voor mij te sparen. Van dezelfde heer heb ik ook nu en dan geld gekregen voor de betrekkingen die hij met mij had. Dit kan oplopen tot de som van 8 à 900 frank, en die ik hem insgelijks in bewaring heb gegeven. Zo is hij mij heden 1.000 tot 1.110 frank schuldig.»
«De verdachte verschijnt andermaal voor ons, en beweert dat zij de zilveren horlogie die wij haar tonen kent, omdat zij die in december 1851 gekocht heeft in Staden, van een onbekende rondleurder met matten, voor de som van 7 frank. Deze persoon vertelde haar dat hij de horlogie gevonden had langs de openbare weg. Daarom is de beschuldiging dat zij de horlogie zou gestolen hebben van Jw. Pauline Denaux, vals.»
____________
De hierop volgende confrontatie met Jacques Denaux, overvalt ons als een koude douche.
____________
«Ik ben volledig onschuldig ('Ik zijn gansch onpligtig') aan alles waarvan Marie Coussens mij beschuldigt aangaande 3 miskramen in het huis van mijn ouders waar zij keukenmeid was. Het is vals dat ik met deze dochter vleeschelijke betrekkingen gehad heb, en dat ik beloofd heb met haar te trouwen.»
Verder verklaart de verdachte dat Marie Coussens tijdens haar verblijf in Dixmude nauwe contacten gehad heeft met verscheidene manspersonen; er wordt openbaar verteld over een zekere Blomme, landbouwer in Esen, over de stalknecht van diezelfde Blomme, en over Petrus Van Turnhout, werkman in zijn steenbakkerij. Nooit heeft hij echter vernomen dat ze zwanger zou geweest zijn.
In zijn familie heeft men Marie Coussens altijd beschouwd als een lichtzinnige vrouw, die alles zegde wat haar door het hoofd schoot. Hij vermoedt dat zij handelt uit wraak, omdat men na haar vertrek vernomen heeft dat zij in het bezit was van het verdwenen uurwerk, en dat hijzelf hiervoor tot 2x toe een brief geschreven heeft naar haar ouders, met een dreiging van rechtsvervolging indien het niet teruggegeven werd. Deze brieven werden nooit beantwoord. In haar vroeger bed had men intussen een opening gevonden waarin zij het uurwerk bewaard kon hebben.
Tot slot verklaart de verdachte Jacques Denaux dat hij nooit geld aan Marie Coussens gegeven heeft, ook nooit geld van haar in bewaring gekregen heeft, en dat zij niet ontslagen werd door hem, maar door zijn moeder, na een woordenwisseling.
____________
Zoals gezegd seponeerde de raadkamer voor beiden de beschuldiging van de 3 abortussen. Daarmee was Jacobus Denaux vrij van rechtsvervolging. Maria Coussens daarentegen werd wél in beschuldiging gesteld voor de twee andere zaken, nl. kindermoord en dienstbodediefstal. Op 22 februari 1853 kwam ze daarvoor voor het assisenhof. Dit is een samenvatting.
____________
Op 5 maart 1852 werd in de beerput ('den vertrekput') van herberg 'De Groote Hille' in Zwevezele, het lijk gevonden van een pasgeboren jongetje. Het zat in een witte zakdoek met om de hals - vast toegeknoopt - een zwart lint. In de burgerlijke stand werd geen akte van geboorte of van overlijden opgemaakt. Marie Coussens was op 23 januari 1852 in Ardooie komen wonen en het gerucht deed de ronde dat zij zwanger ('bevrugt') was. Op 3 maart was ze met de diligence meegekomen vanuit Ardooie naar Brugge. Tijdens een stop aan de 'Groote Hille' was ze in het toilet ('gemak-huis') geweest, volgens getuigen met een pakje, en daarna verder meegereden. Ze werd opgespoord, maar pas op 19 april gevonden en opgepakt. Tot op heden voor het assisenhof ontkent ze dat het vermoorde kind van haar was.
In de loop van augustus of september 1851 - nog ten huize Denaux - verdween het zilveren uurwerk ('horlogie') van de dochter Pauline Denaux. Enige maanden later - Marie Coussens was al uit dienst - vernam men dat zij een zilveren uurwerk bezat. Na onderzoek ('navorschingen') werd het uurwerk van Pauline bij Marie's ouders aangetroffen. Marie ontkent een diefstal ('diefte'), en beweert dat zij het gekocht heeft voor 7 frank van een onbekende rondleurder. Nochtans had ze eerder aan de onderzoeksrechter verklaard geen uurwerk te bezitten.
____________
Voor de jury was het een extreem moeilijk gewetensoordeel.
Op de vraag of Maria Coussens schuldig was aan kindermoord werd 'JA' geantwoord, maar met het kleinst mogelijke stemmenverschil van 7 tegen 5. In dergelijk geval moeten de 12 stemmen van de jury aangevuld worden met de 3 stemmen van de rechters. Die sloten zich aan bij de minderheid, zodat Maria Coussens vrijgesproken werd van de zwaarste betichting.
Op de vraag 'of zij pligtig was aan diefte' van een zilveren uurwerk werd eveneens 'JA' geantwoord met het kleinst mogelijk stemmenverschil. Opnieuw moest de doorslag gegeven worden door de rechters. Ditmaal sloten zij zich aan bij de meerderheid. Op die manier was Maria Coussens in dit omvangrijke assisenproces, finaal alleen schuldig aan diefstal.
Het dossier eindigt met de strafmaat. Opnieuw worden we geconfronteerd met de - naar onze normen - ongelooflijk strenge bestraffing van diefstal: 8 jaar gevangenisstraf, in die tijd uit te zitten tot en met de laatste dag!
Jacques Denaux heeft zijn overwinning niet lang overleefd: 4 jaar later overleed hij, ongehuwd en 35 jaar oud.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be