Bernard werd vrijgeloot van legerdienst, waarna hij vrijwillig (en uiteraard tegen betaling) de dienst overnam van een zekere Heliodor Delplace. Hij was bij het 14° linieregiment en had n° 2457 (MA Torhout ,boek 1361).
Op 28-jarige leeftijd huwt Bernard met de 45-jarige 'jongedochter' Marie-Louise Haezaert. Zijn tweede vrouw Reynilde is dan weer 31 jaar jonger dan Marie-Louise. Of om het rekenwerk te besparen: Bernard huwt eerst met een vrouw van 17 jaar ouder dan hemzelf, en 7 maanden na haar overlijden, met een vrouw van 14 jaar jonger dan hem. Reynilde was overigens al tweemaal weduwe: van Jules Verleye (+Zedelgem 03.01.1897) en van Karel Lingier. Uiteraard zal ze ook Bernard overleven en na hem blijft ze nog 27 jaar lang ongehuwde weduwe.
Op zondag 16 maart 1884 "maakt Bernard zich pligtig aan diefte van eene pijp ten nadeele van Auguste Deruyter, geneesheer in Thourout", en twee weken later op 30 maart 1884 "maakt hij zich pligtig van vijf boomen die geplant waren door het gemeentebestuur van Thourout met kwaad inzicht te hebben geveld". Hij wordt gedagvaard door de Rechtbank van Brugge, maar is onverstandig, en laat op de zitting verstek gaan. Dat komt hem op 1 maand gevangenis en 26 frank boete voor de pijp, 5 x 5 dagen voor de boompjes, en 16,80 frank gerechtskosten. Hij biedt zich op donderdag 15 januari 1885 aan op 'Het Pandreitje' te Brugge om de straf uit te zitten. Meteen krijgen we zijn persoonsbeschrijving: 32 jaar, 1m65, zwart haar, blauwe ogen, ovaal gezicht, gezonde gelaatskleur, middelmatige neus, ronde kin, rond voorhoofd en een grote mond.
Bernard beleeft een tweede naar avontuur op zondag 6 november 1892. Hij riskeert zich met twee kameraden, gewapend met een geweer, op stroperspad in de bossen van Torhout. Plots wordt hij betrapt, en wordt door de agenten gesommeerd om zijn wapen af te geven, wat hij weigert. De Rechtbank te Brugge veroordeelt hem een maand later op 8 december tot 200 frank boete om te stropen, en tot 15 dagen gevangenis om zijn wapen niet af te geven. Bernard gaat tegen deze straf in beroep naar Gent, maar dat bekomt hem zeer slecht. Hij krijgt 4x meer gevangenisstraf: 300 frank boete en 2 maanden opsluiting! De eerstgenoemde 15 dagen worden uitgezeten van 3 februari tot 18 februari 1893. De bijkomende straf vanwege het Hof van Beroep wordt uitgezeten van 9 februari tot 3 april 1894.
De derde schelmenstreek is alweer op een zondag, 23 februari 1896. De beschuldiging in het vonnis van 31 juli 1896 door de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge luidt: "te Thourout den 23 fébruari 1896 bij middel van braak acht bundels wydouwwissen bedriegelijk te hebben ontvreemd ten nadeele van Pauline Moenaert". De "Wiedouw" is een wilgachtige boom of struik die gekweekt werd aan de waterkant. De "wissen" of twijgen van bv. de katwilg werden gebruikt om manden te vlechten. Andere soorten (bv. amandelwilg of bittere wilg) leverden bindwissen (bezems daarentegen werden vervaardigd uit twijgen van de berk). Hoe dan ook, het is bijzonder onverstandig van Bernard, om alweer verstek te laten gaan. Hij wordt dan ook veroordeeld tot niet minder dan drie maanden gevangenis. Na deze uitspraak wordt hij opgespoord, gearresteerd te Brugge door gendarme Meirschman, opgesloten in 'Het Pandreitje' op 14 januari 1897, en een week later op transport gezet naar de gevangenis van Gent. Bij die gelegenheid krijgen we opnieuw Bernard's persoonsbeschrijving. In vergelijking met die van 13 jaar eerder, lijkt het een totaal andere persoon. Zelfs de kleur van zijn ogen en haar is niet meer dezelfde: 44 jaar, 1m67, kastanjebruin haar, bruine ogen, ovaal gezicht, gezonde gelaatskleur, dikke neus, ronde kin, smal voorhoofd en een normale mond.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be