Charles was in 1834 nog werkman, maar hij trad in de voetsporen van zijn vader, en werd omstreeks 1837 eveneens boswachter in Oostkamp. In tegenstelling tot zijn vader Carolus, en zijn grootvader Eduardus was Charles ongeletterd. In de geboorteakten van zijn kinderen lezen we dat hij niet ondertekent "wegens onkunde".
De moeder van Amelie Hellebuyck, Sophia Debaecke (ook geschreven: 'Debackere') was weduwe uit een eerste huwelijk met Joannes Decloedt, en had een dochter Anna Decloedt. Ze hertrouwde met Josephus Hellebuyck en had nog 2 kinderen Amelie en Joanna Hellebuyck. Die twee groeiden dus op samen met hun oudere stiefzus Anna Decloedt.
Charles en Amelie huurden in de huidige Kapellestraat in Oostkamp een huis met koertje van notaris Charles Beaucourt. De "Atlas van de Buurtwegen 1845" in het provinciearchief omvat een lijst met alle Oostkampse eigendommen en eigenaars. Naast de Hertog van Ursel - die bij manier van spreken 1/4 van heel Oostkamp bezat - valt het enorme aantal eigendommen van Beaucourt op. Waarschijnlijk kocht hij alles wat onder zijn hamer kwam, en waarop niet te hoog geboden werd.
In de archieven van het rijksarchief te Beveren-Waas konden we over Charles Lanssens niet minder dan 4 vonnissen terugvinden.
De eerste maal stond hij op 7 november 1828 terecht samen met zijn vader voor stroperij in Loppem. Beide boswachters werden vrijgesproken omdat er geen klacht ingediend werd door de eigenaar.
Op woensdagavond 17 december 1828 is het opnieuw prijs. Charles is gewapend met zijn geweer en loopt weer door de bossen van Loppem. Hij wordt hiervoor tegengehouden door twee maréchaussées (Nederlandse periode!) uit Brugge. Charles is waarschijnlijk nog kwaad over de rechtszitting van 6 weken tevoren. Hij kan zich niet inhouden en slingert hen enkele lelijke woorden naar het hoofd. Dit wordt ijverig genoteerd en op vrijdag 2 januari 1829 moet hij het komen uitleggen. In zijn eerste vonnis van het nieuwe jaar spreekt de rechter Charles opnieuw vrij van stroperij, maar geeft hem wel een boete van twaalf guldens voor "beledigingen jegens de maréchausséen in het uitoefenen hunner functien".
En niet te geloven, maar op 24 september van hetzelfde jaar 1829 loopt hij weer over het terrein van den heer van Caloen de Potter te Loppem, en weer wordt hij aangeklaagd voor stroperij. Ditmaal zijn het de veldwachter van Loppem en een hovenier die tegen hem getuigen. Het vonnis van 16 oktober 1829 is ditmaal uitzonderlijk kort en spreekt Charles zonder commentaar vrij.
Tientallen jaren blijft alles nu rustig. Het gezin van Charles en Amelie breidt uit tot 7 kinderen, en die blijven - uitzonderlijk ! - allemaal in leven. We schrijven 23 december 1854. De kinderen zijn tussen de 7 en 22 jaar oud. We kennen al meer dan 5 jaar zeer moeilijke tijden met een hongerende bevolking. In de kilometers lange rekken van het rijksarchief vinden we opnieuw een vonnis. Charles wordt door de "Regtbank van Eersten aenleg te Brugge" geïdentificeerd als "Carolus, zoon van Carolus, oud 53 jaren, geboren te Thourout, woonende te Oostcamp, jager". Hij wordt er zwaar veroordeeld, want hij had zich "in den loop der maend october pligtig gemaekt aan diefte van drie kalkoen-vogels ten nadeele van den heer D'Haning de Moerkerke-Ydewalle, grondeigenaer te Oostcamp". De rechtbank aanvaardt weliswaar verzachtende omstandigheden ('verminderde omstandigheden ten processe') - er staat niet genoteerd welke - maar toch was de straf naar onze normen zwaar: "den regtbank verwijst den aengeklaegden in eene maend gevang, en bij lijve in de proceskosten begroot op zes francs achtentachtig centimen".
In de marge staat echter genoteerd: "Appèl" en ook "Réformé acquitté le 20 juin 1855". 'Appèl' betekent dat Charles in beroep gegaan is. 'Réformer' betekent 'verbeteren' ofwel 'afschaffen'. Dit is een indicatie dat Charles in beroep een lichtere straf gekregen heeft, misschien werd het zelfs een vrijspraak. De dossiers van het Hof van Beroep bevinden zich eveneens in het rijksarchief te Beveren, maar jammer genoeg ontbreekt juist het jaar 1855.
Bij het doorzoeken in de diverse processen, valt op dat het overgrote deel handelt over vechtpartijen, met straffen die zich beperken tot enkele dagen gevangenis en een boete. Daarentegen voor de minste diefstal - zelfs van eenvoudig voedsel - krijgt de dader onmiddellijk één of meerdere maanden opsluiting.
Acht jaar later vermeldt de overlijdensakte van Charles als beroep: 'werkman'. Het is best mogelijk dat er door deze gebeurtenissen een einde kwam aan zijn beroep van boswachter.
De archieven te Beveren hebben een totale lengte van niet minder dan 42 km. Er was dus wat geluk mee gemoeid, dat dit vonnis relatief snel gevonden kon worden. Maar de zoektocht werd niet zomaar toevallig geïnitieerd. Het was vader Edgard Lanssens, die zich in januari 2000, dus bijna 150 jaar na de feiten, een citaat uit zijn jeugd herinnerde, van zijn vader, over diens grootvader, die ooit eens voor een rechtbank zou verschenen zijn. Meteen het bewijs van de grote impact die de zaak moet gehad hebben op de familieleden.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be