Louis, Alice en hun 3 jaar oude zoontje Maurits kwamen om het leven in de nacht van 15 op 16 oktober 1917 om één uur, bij een bombardement van de Geallieerden op hun straat, de Balsemboomstraat. Het doelwit was de Brugse kazerne die al sinds 1835 op het einde van de straat gehuisvest was, en die sinds het begin van de bezetting in Duitse handen was. In totaal werden 11 huizen verwoest. Er vielen 17 doden, waaronder vele kinderen, het jongste 5 maanden.
In de Brugse Beeldbank zijn er foto's van de vernielde huizen. Achteraf werd een gedenksteen ingemetseld op de hoek van de Balsemboomstraat en de Konfijtstraat. Ook van die plechtigheid zijn er foto's. Louis, Alice en Maurits kregen op hun overlijdensakte een vermelding "gestorven voor België".
Elisabeth Beuckelaere, de baby van Louis en Alice Schouteet, 7 dagen oud, ontsnapte in haar wiegje miraculeus aan de dood.
In een reportage van journalist Eric Van Hove in Het Nieuwsblad van donderdag 10 juni 1982 wordt het verhaal van Elisabeth verteld ('de jongste van Schouteet', haar moeder was Alice Schouteet), hoe ze gered werd uit het puin, en dat ze later nog bloemen overhandigd heeft aan Koningin Elisabeth.
«De oorlog: in 't Bilkske spreken de mensen er nog van. Men heeft het hier immers allemaal aan den lijve ondervonden. Op 16 oktober 1917 vielen er zware bommen in de Balsemboomstraat en de Ooievaarstraat (vroegere benaming van de Kwekersstraat). Drie vrouwen van eerbiedwaardige leeftijd, aan een tafeltje in de Balsemboom : "Ja, jongen, ik zie het nog zo voor mij. 't Was midden in de nacht. Mijn zuster is wakker gekomen van 't gruis van de pannen op haar gezicht, de pannelatten lagen op mijn bed. Verschrikkelijk. Aan de poort van de kazerne stond er normaal een wacht. Die hebben ze nooit meer teruggevonden. Een put was het daar. En overal mensen die schreeuwden. Mijn vader is 's nachts uit zijn bed gekomen, ging versterking halen, ze wilden overal hulp bieden. Men had daar nog oude mensen van 80 jaar, ze sliepen onder de trap. Heel hun huizetje ingestort, maar zij zijn nog gevonden. En daarnaast Pierre, de hakkelaar. De schouw van zijn huis was toegeslagen, hij zat tussen vier muren, men kon er eerst niet aan, maar hij leefde nog." Eén verhaal weet iedereen nog te vertellen : het verhaal van de jongste van Schoutteet. "Dat was nog e kindetje en dat zat in zijn wiegetje op den allee. En 't was levend gebleven. We hoorden haar wenen en ze is door de mensen zelf bevrijd.»
«Later is koningin Astrid nog van de Vulderstraat naar de Balsemboom gekomen, ze hebben daar toen 't plakkaat ingewijd dat daar nog staat. En dat meisje heeft bloemen gegeven aan de koningin. Ze had wel haar familie verloren, maar ze leefde toch nog..." Over de Duitsers geen goed woord: "Mijn vader en al de andere mannen liepen overal in 't ronde om te helpen. Maar van de Duitsers moesten ze naar binnen. Er was daar ne mens, en we hebben haar nog tot 's morgens vroeg horen roepen. En om 10 uur haalden ze haar van onder 't puin. Ze had nog warm, maar 't was te laat. Dat mens moest nog geleefd hebben..."»
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is Brugge ontsnapt aan het grote geweld, maar toch werd de stad vanaf 1916 geregeld door bombardementen getroffen. Vanaf maart 1916 waren er steeds vaker en in steeds grotere aantallen geallieerde vliegtuigen die de Brugse haven kwamen verkennen en bombarderen. De geallieerde vliegtuigen bombardeerden de zeehaven, de U-bootbasis in de Brugse achterhaven, en ook La Brugeoise te Sint-Michiels, omdat daar artillerie werd gestockeerd, hersteld en ontwikkeld. Vanaf 1917 werden de bombardementen nog opgedreven. Helaas misten de bommen vaak hun doel, waardoor vele burgers getroffen werden.
Tijdens gans de Eerste Wereldoorlog zijn er ongeveer 6.000 bommen op de stad Brugge gevallen: in totaal werden er 123 inwoners gedood, 243 gewond, 126 huizen volledig verwoest, en 418 huizen beschadigd.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be