Josephus huwde op 20.03.1810 in Ruddervoorde met Victoria Allemeisch, en had met haar een zoon François Verplanke (°Ruddervoorde 26.05.1812). Victoria wordt in de geboorteakte 'Haelemeersch' genoemd. Het kind overleed na 15 dagen.
Johan Verplancke heeft de militaire dienst van Joannes Verplancke uitgezocht, en gepubliceerd in 'Zilleghem', n° 2 van 2015.
Josephus was een 'conscrit', iemand die gedwongen dienstplicht vervulde in het Franse leger. Napoleon speelde een handig spel met de dienstplicht. Onder de dekmantel van «Liberté, Égalité, Fraternité», de lijfspreuk van de Franse Revolutie, was iedereen gelijkwaardig, en dus kon iedereen opgeroepen worden.
De wet op de conscriptie zorgde voor de inlijving van vele jonge gezonde werkkrachten in het leger van Napoleon. Voor vele arme boerengezinnen was deze dienstplicht een zware financiële belasting. Dit zorgde voor opstandigheden zoals de Boerenkrijg in 1798. Concreet moesten vanaf 1798 alle mannelijke burgers tussen de 20 en 25 jaar zich inschrijven op een lijst (conscriptie). De dienstplicht gold van het 18de tot het 24ste levensjaar. Na het 23ste jaar was men nog tien jaar verplicht bij de burgerwacht, waardoor men nog kon ingezet worden bij binnenlandse onlusten.
Het aantal conscrits werd vastgelegd per kanton. Het systeem van de loting hield in dat de loteling zich naar de hoofdplaats van zijn kanton begaf. Daar moesten ze elk een lot uit een tamboer trekken. Trok men een lager lot dan het contingent, dan werd men opgeroepen. Diegenen met een hoog lot waren vrijgesteld.
Wie een slecht lot trok, maar voldoende middelen bezat, betaalde voor een vervanger. Een plaatsvervanger kostte tussen de 1.000 en de 4.500 Belgische frank. Plaatsvervanging werd via een notariële akte geregeld, bv. om te bepalen wat er gebeurde indien de vervanger deserteerde !
De Fransen maakten het deserteurs bijzonder moeilijk. De deserteur werd veroordeeld, opgespoord en er stond een beloning op zijn hoofd. Daarbij trachtte men het sociaal draagvlak weg te nemen door ánderen te laten boeten in zijn plaats: de ouders moesten de boete betalen, een jongere broer kon niet meer vrijgeloot worden en iemand anders van het dorp, die vrijgeloot was (of de vervanger die zich afgekocht had) moest dan toch dienst doen (want het contingent moest vol zijn). De meeste deserteurs werden dan ook gevat.
Of Josephus een slecht lot getrokken heeft, of dat hij zich liet betalen als vervanger, is ons onbekend, maar op 06.06.1810 werd hij als 22-jarige opgeroepen om zijn legerdienst te vervullen. Twee dagen later vertrok hij naar Antwerpen. maar de dag daarna deserteerde hij in de streek van Gent. In november werd hij opgepakt en veroordeeld. Op 19 juli 1811 kwam hij als fuselier (soldaat met een geweer) terecht in het 48e Régiment d'Infanterie de Ligne, 6e bataljon, 6e compagnie, stamnummer 8775. Tijdens een verlofperiode moet hij thuis geweest zijn want, zoals hierboven vermeld, werd hij vader van een zoon op 26.05.1812. De aangifte van de geboorte gebeurde door Josephus' broer Joannes Verplancke. Zoals hierna zal blijken, heeft Josephus zijn kind nooit gezien, want in 1812 begon Napoleon de veldtocht naar Rusland, de grootste fout uit zijn keizerlijke carrière.
Napoleon verzamelde een ongelooflijk groot multinationaal leger van 691.500 man, 'La Grande Armée' genoemd. Eerst moesten ze helemaal naar het oosten van Polen. Op 24 juni 1812 werd de Memel overgestoken en viel Napoleon Rusland binnen. Zijn traditionele manier om zijn troepen 'van het land te laten leven', dat wil zeggen 'al plunderend op te marcheren', faalde echter in Rusland. Napoleon dacht dat het Russische leger zich zou opstellen om het territorium en de eigen bevolking te beschermen. Hij zou dat leger verslaan, en verder van het veroverde land leven. Maar de Russen trokken zich terug en pasten de 'tactiek van de verschroeide aarde' toe: ze vernielden alles wat bruikbaar kon zijn voor Napoleons leger. Boerderijen werden platgebrand, voedsel vernietigd, waterputten vergiftigd. Daarvoor moest het Russische leger de eigen bevolking beroven en verjagen. Als gevolg van deze tactiek moest het leger van Napoleon een uitputtende tocht maken met schermutselingen (guerrilla), gebrek aan voorraden, en geteisterd door besmettelijke ziekten (tuberculose, vlektyfus, ...). Na een verschrikkelijke tocht van 82 dagen bereikte Napoleon Moskou. Maar de Russen trokken zich nog verder terug: ze evacueerden Moskou en staken hun stad in brand op 14.09.1812. De brand duurde 6 dagen tot 20.09.1812, waarna Napoleon besliste om terug te keren, wegens gebrek aan beschutting en voorraad.
Josephus Verplancke is gestorven of krijgsgevangen in 1812 bij de terugtrekking uit Moskou. Op die manier heeft hij de vreselijke terugtocht tijdens de winter van 1812 niet meer meegemaakt. Uiteindelijk zijn er van de bijna 700.000 soldaten maar 20.000 overgebleven.
In het Russische nationale bewustzijn speelt de veldtocht een blijvende rol via de geschiedenisboeken, via de roman 'Oorlog en Vrede' van Tolstoi, via de 'Ouverture 1812' van Tsjaikovski, ... maar ook omdat alles nog eens overgedaan werd in 1941-1944 door Hitler, en ook voor hem was het een kapitale vergissing.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.947 personen (individuals, personnes) d.d. 1 december 2024 - site: http://lanssens.be