Raphaël Rubbrecht studeerde van 1886 tot 1891 Latijnse aan het college van Ieper waar hij ieder jaar eindigde als primus. In 1891 - na de 'poësis' en dus een jaar te vroeg - vertrok hij naar de universiteit van Luik, waar hij 1897 op schitterende wijze afstudeerde als geneesheer. Hij ondernam studiereizen naar Zürich, Parijs, Wenen en Londen en stond van 1899 tot 1939 aan het hoofd van de Oogheelkundige dienst van het Sint-Janshospitaal in Brugge (bron: Geschiedenis van de Latijnsche Schoole te Veurne, 1952). Zijn privépraktijk als oogarts was in de Molenmeers 9, grenzend aan de St-Annarei, te Brugge. Hij was even voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België (let op de beide termen 'Vlaamse' en 'België' - zijn bekende aangetrouwde oom Eugeen Van Oye was Vlaamsgezind). Hij was ook stichter en directeur van de verpleegsterschool, en publiceerde talrijke wetenschappelijke artikels. In België ontving hij de eretekens van Officier in de Leopoldsorde en van Commandeur in de Kroonorde. Daarnaast kreeg hij ook vanuit Rome het embleem "Pro Ecclesia et Pontifice". Raphaël is nooit op pensioen gegaan. Hij werkte tot 2 weken voor zijn overlijden in 1955, bijna 81 jaar oud. (bron: kleinzoon van Raphaël)
Bertha Van Oye was enig kind van Gustave en zijn Duitse vrouw Catharina Schmitz. Ze liet haar familienaam schrijven zoals in Nederland met kleine v (van Oye), maar in haar geboorteakte zien we dat het toch met een hoofdletter 'V' was.
Raphaël Rubbrecht en Bertha Van Oye woonden later in de Stijn Streuvelsstraat 66, in de buurt van de molens bij de Kruispoort te Brugge. De familie was bevriend met de bekende kunstschilder Joe English. In "Ode aan Peter Benoit" heeft Joe English een portret van Bertha geschilderd. Ook Raphaël werd vereeuwigd door Joe English.
Naast Joe English, waren Raphaël Rubbrecht en Bertha Van Oye ook bevriend met Prudence Lansens, dochter van de bekende Koekelaarse schrijver Pieter Lansens. Pieter Lansens heeft in 1848 zijn portret laten schilderen door de Brugse schilder en lithograaf Josephus-Gislenus Canneel, verre familie (9° graad) van zijn leeftijdsgenoot, de zeer bekende Gentse schilder Theodore-Joseph Canneel. Prudence Lansens bezat het schilderij van haar vader. Aangezien ze geen nakomelingen had (ze bleef ongehuwde schooljuffrouw) heeft ze het schilderij in haar testament nagelaten aan Bertha (of ze heeft het geschonken vóór haar overlijden op 29.09.1923). Op die manier is het vanuit Koekelare terechtgekomen in de Stijn Streuvelsstraat te Brugge. Het schilderij is in de familie Rubbrecht gebleven bij de zoon Jan Rubbrecht, en het is met hem mee verhuisd van Brugge naar de Celestijnenstraat 66 te Heverlee, toen hij daar rechter werd, en professor aan de rechtsfaculteit van de universiteit. Na het overlijden van Jan's weduwe is het overgegaan naar de kleinzoon. Die heeft het op 29.03.2011 overgedragen aan de familie Lanssens.
In de familie van Raphaël Rubbrecht vinden we in de eerste plaats zijn oudere broer Oswald Rubbrecht (°Roesbrugge-Haringe 14.08.1872 +Gent 23.12.1941). Ook hij was ieder jaar primus aan het college van Veurne. Tijdens zijn middelbare studies verwierf hij 'terloops' ook het diploma van landmeter om zijn vader te kunnen helpen. Als voorbeeld voor Raphaël studeerde hij geneeskunde in Luik, en ondernam studiereizen naar Genève en Londen. Eerst was hij practicus in Brugge. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij bewonderenswaardige geneesheer in de ambulance «L'Océan» te De Panne. Hij streed om de opleiding van tandarts te integreren in de faculteit Geneeskunde en werd hoogleraar tandheelkunde aan de Universiteit Gent. Hij verwierf grote bekendheid met vele wetenschappelijke publicaties van hoog niveau. Zo presenteerde hij in 1910 een studie over prognatie (een vooruitgeschoven onderkaak) in de Habsburgfamilie (denk aan Keizer Karel). In Roesbrugge-Haringe, deelgemeente van Poperinge, is er een Professor Rubbrechtstraat, naar hem genoemd (bron: Geschiedenis van de Latijnsche Schoole te Veurne, 1952).
Naast zijn oudere broer Oswald, had Raphaël ook een jongere broer Alphonse Rubbrecht, die een succesvol tandarts was te Brussel, en die zijn kabinet sloot om fabrikant te worden van valse tanden. Het bedrijf heette Medicopharma. De oprichtingsakte werd opgesteld door het notariaat Vertrynghe te Gent. Het vroegere huis van Alphonse is nu een Brico in Woluwe. De uitbater vond duizenden valse tanden achter in de tuin. (een mislukte productie?) Alphonse's zoon Leopold volgde hem later op in de zaak, terwijl zijn andere zoon Fernand tandarts werd in Gent (bron: id. als Raphaël)
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.947 personen (individuals, personnes) d.d. 1 december 2024 - site: http://lanssens.be