Felix was veruit de meest succesvolle van de acht kinderen van Carolus Lanssens. Hij redeneerde dat de beste toekomst te vinden is in een grote stad en met een bemiddelde vrouw. Anna's ouders waren eigenaars van een tweewoonst in Brugge en dadelijk na zijn huwelijk verhuisde Felix van Oostkamp naar Brugge.
In 1835 vinden we hem in de bevolkingsregisters van Brugge als timmerman. Hij woonde er in de Zuidzandstraat nr 3, vlak om de hoek van het station. De Zuidzandstraat bestaat nog steeds, maar het huidige plein 't Zand heette toen Stationsplein.
Meteen schreef hij zich in aan de Academie voor het schooljaar 1835-1836, in de derde klas Architectuur. Daar eindigde hij zevende in het concours van de school. Hij bleef in totaal 10 jaar aan de Academie. Zijn laatste schooljaar was 1845-1846 - dat is 11 jaar - maar tijdens het schooljaar 1841-1842 was hij niet ingeschreven. In 1844 wordt hij omschreven als timmerman die woont in de Zuidzandstraat.
Opmerkelijk feit: Felix was een studiegenoot van Josephus-Gislenus Canneel, die de richting schilderkunst volgde. J.G. Canneel schilderde in 1848 het portret van Pieter Lansens. (Bron: stadsarchief Brugge, archief van de Academie, inventaris Schouteet, stukken 4 & 5)
In 1849 slaagden Felix en Anna er in om de tweewoonst langs de Hoefijzerlaan, nrs 94 en 95, afkomstig uit de erfenis van Anna's ouders (Anna's moeder was overleden in 1847, haar vader leefde nog in 1849) in te kopen. Na zijn grootvader Eduardus, was Felix de tweede van onze tak Torhout-Oostkamp die huiseigenaar werd. Er is wel een verschil met het kleine cijnshuisje van toen. Hier ging het ineens om een tweewoonst, en de Hoefijzerlaan is - vandaag in elk geval - een prestigieuze straat, deel van de Ring om Brugge. Beide huizen waren verenigd tot één woonst. Om de aankoop te financieren leende Felix op 29 januari 1851 de som van 2.000 franc bij Joannes-Baptista Spaans, kleermaker te Brugge. De som moest in 5 jaar terugbetaald worden. Er werd een hypotheekakte opgemaakt door notaris De Busschere in Brugge (n° 2338). Daarin wordt o.m. bepaald dat de tweewoonst moet verzekerd worden tegen brand voor een bedrag van 4.000 franc.
Nadat de lening afbetaald was diende Felix in 1856 een bouwaanvraag in om het gebouw opnieuw te splitsen in twee woningen. De vroegere voordeur was dichtgemetst tot raam, en werd nu weer opengemaakt. Het gezin woonde vóór de verbouwing in nr 94, en huisde vanaf de verbouwing in het nummer 95. Om de verbouwing te financieren werd opnieuw een lening afgesloten. Ditmaal werd er 2.100 francs geleend van Franciscus Clabout, meester slot- en stovenmaker te Brugge. Het bedrag moest terugbetaald worden in 15 jaar en de intrest bedroeg 5%. De akte bij notaris De Busschere dateert van 29.01.1856 en draagt n° 3527. De tweewoonst wordt opnieuw in hypotheek gegeven. Het is hier dat we te weten komen dat het huis uit de erfenis komt van de ouders van Anna.
Felix heeft het plan bij de bouwvergunning zelf getekend, en ook de bijgeschreven tekst is van zijn hand: "Aen Mijnheer de Bourgemeester en schepen. Ik verzoekt uw van de deure te mogen openen van het huis D12 N°94 die toegemast is te mogen openen. Hoefijzerstraet. F. Lanssens". We kunnen lachen om zijn gebrekkige tekst, maar intussen bezat hij toch 2 huizen, en dit middenin de moeilijke periode rond de jaren 1850!
In de registers zien we hoe de dubbelwoonst bevolkt wordt door vele huurders die snel opeenvolgen. Het bevolkingsregister telt in 20 jaar 2 volle bladzijden voor het nummer 94 en 1 volle bladzijde voor nummer 95.
Na het overlijden van moeder Anna Devreese in april 1862 zwermden de gezinsleden uiteen. Felix zelf vertrok medio 1863 naar Lille en naar Roubaix, gevolgd door zijn zoon Jean. Voor Jean werd een 'Livret pour Roubaix' afgeleverd op 6 juni 1864, en hij zal niet meer terugkeren.
Felix keerde wél naar Brugge terug, op 5 november 1870, na 6½ jaren in Frankrijk. Hij blijkt nu vanuit Parijs te komen. Hij ging inwonen bij zijn zoon Thomas in de St-Amandsstraat nr 34, en is ten slotte in de St-Clarastraat nr 12, op 61-jarige leeftijd overleden. In het centrum voor genealogie te Handzame vonden we een doodsbericht van het formaat dat in Brugge aan de kerken aangeplakt wordt. We lezen: 'De Lykdienst (5° klas), gevolgd door de Begraving, zal plaets hebben Zaterdag 18 Mei, 's morgens ten 6½ ure'! De dochter Maria Lanssens was al overleden en wordt daarom niet vermeld op het doodsbericht.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.947 personen (individuals, personnes) d.d. 1 december 2024 - site: http://lanssens.be