Net als zijn vader en zijn broer Germain, wou Omer timmerman worden. Vader had zoveel werk dat hij Omer na 2 jaar zijn schoolopleiding liet afbreken, zodat hij thuis kon ingezet worden. Omer vond niet echt zijn draai in de stiel en onder impuls van zijn vrouw, vertrokken hij en Irene in 1956 naar Belgisch Congo.
De vader van Irene werkte bij de Oostkampse ondernemer Leon Van Hullebusch uit de Stationsstraat. In 1954 vertrok Leon naar Belgisch Congo om er een steengroeve (carrière) uit te baten in Elisabethville (nu Lubumbashi). Hij motiveerde Omer en Irene om bij hem te komen werken. Ze vertrokken in 1956 met een DC-6 van Sabena, die de afstand tussen Zaventem en Elisabethville overbrugde met 5 tussenlandingen. In Congo gaf Omer leiding aan de negers (in die tijd een volledig neutraal woord voor de zwarte bevolking). Zij moesten gaten boren in de rotsen en die vullen met dynamiet. Door ontploffing werden grote steenblokken losgemaakt, die vervolgens gemalen werden tot gravé (steenslag).
Op 30 juni 1960 werd de onafhankelijkheid van Congo in één klap en zonder overgang gegeven/afgedwongen. De Belgen, die Congo intussen al lang niet meer als een wingewest bestuurden, maar bezig waren om het land binnen te loodsen in de moderne tijd van de jaren '60-'70, werden ondankbaar bedreigd, beroofd en weggejaagd. Ook Omer en Irene moesten halsoverkop terugkeren. Op 9 juli 1960 werd Irene geëvacueerd. Op 21 juli 1960 keerde Omer terug via Rhodesië (nu Zimbabwe). Bijna 60 jaar later in 2019, is Congo een onafhankelijk land zonder infrastructuur, maar met corruptie, burgeroorlog, armoede en dictatuur. Intussen spiegelen hedendaagse journalisten ons een vals schuldbeeld voor van de Belgen.
Maar keren we terug naar Omer. Na het avontuur in Congo werkte hij nog enige jaren in het timmerbedrijf bij zijn broer Germain, maar uiteindelijk verkoos hij een stabiele job bij de Brugse treinbouwer 'Brugeoise' (tegenwoordig Bombardier). Daar kon hij op 56 jaar brugpensioen krijgen en hoopte om er vele jaren van te kunnen genieten. Helaas sloeg het noodlot toe. Op 58 overleed hij aan longkanker.
Irene vertelt dat ze als 16-jarige op zondagen hielp in de bibliotheek van Oostkamp. Een interessant detail..., want dat was samen met mijn moeder Rachel Meire. Het was dan ook een grote verrassing toen Irene identiek dezelfde foto's uit 1948 bovenhaalde, die ik ook bezit van mijn moeder. Notaris-burgemeester Georges Claeys was sponsor van de bibliotheek en staat met zijn vrouw en met de medewerkers op de foto's (zie in het boek op blz. 72). Dit fait-divers wordt nóg interessanter als we bedenken dat moeder Rachel Meire in dat jaar kon beginnen werken bij de notaris, als collega van vader Edgard Lanssens die de notarisklerk was. In oktober 1948 zijn ze getrouwd en 2 jaar later hadden ze hun eerste zoontje Paul Lanssens.
Na het avontuur in Congo was Irene vooral huisvrouw, maar ze combineerde dit met parttime jobs als thuisnaaister voor Decotex en hulp in de supermarkt Kieskeur bij haar schoonzuster.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be