De broers Andreas en Rogier Lamsens huwden met de zussen Monique en Hilda Scheldeman.
__________________________________________________________________________________________
Toen André en Monique 60 jaar getrouwd waren verscheen in de Krant van West-Vlaanderen op 07.08.2015 volgend artikel.
«Zestig jaar getrouwd en nog altijd kerngezond zijn is een luxe», aldus André. «Alhoewel we ook onze zorgen en minder goede jaren gekend hebben». André werd geboren en groeide op in een kroostrijk gezin van Gaston Lamsens en Emma Verstraete op de wijk De Ruiter. «In de jaren vijftig heb ik mijn vrouw Monique Scheldeman leren kennen, die op een boerderijtje op de Zilverberg woonde», vertelt hij «Ik passeerde met mijn triporteur en hond Bobby op weg achter melk naar de boeren en zag ze zitten in de weide. Ze was wel al mijn vierde lief maar met haar bleef het duren», grapt spraakwaterval André. Ze huwden in 1955 en het huwelijksfeest vond plaats op het hof waar een grote tent opgesteld stond. ’s Anderendaags was het afbreken en de volgende dag weer de baan op met de melk door weer en wind en zelfs tot de zondagmiddag.
Het koppel ging wonen op een klein boerderijtje op de Zilverberg dat eigendom was van zijn vader. In 1960 verhuisden ze naar hun nieuwe woning in de Zilverbergstraat waar in 1971 het Boldersparadijs De Nieuwe Barriere werd gesticht.
De jubilarissen zijn de ouders van een dochter Mireille die trouwde met Eddy Desmet en een fietsenzaak hebben langs de Meensesteenweg. André en Monique zijn ondertussen de grootouders van twee kleinkinderen en overgrootouders van drie achterkleinkinderen. In 1994 verkochten ze de Nieuwe Barriere om dan te verhuizen naar hun nieuwe thuis in de Verbrandhofstraat in Roeselare.
__________________________________________________________________________________________
In de Krant Van West-Vlaanderen editie Roeselare - 20-06-2008, verscheen een artikel over André's grote passie: bollen.
André Lamsens is bezeten door bolletra. Hij speelt het volksspel al 65 jaar en richtte boldersclub 'De Nieuwe Barriere' op. Doorheen zijn carrière sleepte hij 48 bekers in de wacht en heeft hij ontelbare bolletra-banen eigenhandig aangelegd. De kroon op het jarenlange werk bevindt zich nu in zijn eigen huis. Op zijn zolder in de Verbrandhofstraat heeft hij het enige echte Roeselaarse boldersmuseum ingericht. «Bollen is een heel sociale sport. Ik ken meer dan 600 bolders. Als ik naar de bolletra ga, zit ik tussen al mijn vrienden», klinkt het bij de kwieke André. «Iedereen die geïnteresseerd is in bolletra, mag gerust binnenspringen. Ik heb op alle vragen een antwoord.»
Hoe is het allemaal begonnen, André?
«Als manneke van twaalf jaar speelde ik al bolletra in De Ruiter. Mijn vader Gaston was liefhebber, mijn broer Noël ook. Het zat bij ons in de familie. Later gingen we spelen in De Hoge Barriere, een staminee niet ver van de Zilverberg. Mijn eerste prijskamp speelde ik daar in het jaar 1964. Ik weet nog goed dat ik daar de finale moest spelen tegen mijn nonkel. En ik heb ze gewonnen !»
Toen de Hoge Barriere afgebroken moest worden voor de komst van de Rijksweg, heb jij de De Nieuwe Barriere opgericht.
«Tot 1970 speelden we bolletra in de Hoge Barriere. We hadden daar een goede club met 48 leden. In 1964 heb ik daar het voorzitterschap overgenomen. In 1970 sloeg het noodlot toe: de Hoge Barriere moest gesloopt worden. Als voorzitter kon ik dat niet zomaar laten gebeuren. Als melkboer was ik eigenaar van een landelijk huis met veel grond erbij. En op minder dan een jaar tijd na sluiting van de Hoge Barriere was de Nieuwe Barriere geboren. De club was een groot succes. Elk jaar kwamen er twintig leden bij. We hebben daar tot 98 leden gehad. De club kreeg de naam 'Het boldersparadijs.' Mijn vrouw Monique en ik beschouwen dit nog steeds als onze mooiste tijd.»
Speel je nu nog steeds ?
«Tot de overname in 1991 heb ik in de Nieuwe Barriere gespeeld. Nu speel ik overal wat rond. Ik ben bijvoorbeeld lid in Westrozebeke. Ik heb de microbe nog zwaar te pakken en denk dus nog niet meteen aan stoppen. Weet je dat ik over heel België zelf ook bijna 40 bolletra's aangelegd heb ? Het is meer dan een gewone passie. Twee tot drie keer per week ga ik nog altijd naar de bolle. Ik ben wel al 77, maar ik wil niet stilvallen. Ik blijf altijd bezig, bolletra, tuinieren, de kleinkinderen. Als ik stilval, ga ik kapot !»
Komen ook jonge mensen naar de bolletra ?
«Nee, en dat is jammer. Vooral 50-plussers komen naar de tra. Ze zijn op pensioen en beginnen met petanque of bolletra. Maar ik begrijp het hoor. Vandaag is het in vele clubs gewoon niet geestig genoeg. Er is geen ambiance meer ! Toen ik nog eigenaar was van de Nieuwe Barriere sprak ik de jongeren aan. En ik zorgde er voor dat ze zich amuseerden door bijvoorbeeld plaatjes op te leggen. Na 22 u was dat vollen bak ambiance bij ons. Zo kwamen de jongeren graag en heb ik er veel kunnen opleren. Vandaag de dag is dat jammer genoeg veranderd. Bolletra-clubs hebben een meer oubollig imago.»
En nu heb je op zolder een boldersmuseum ingericht.
«Ik verzamel al jaren alles wat met de bolle te maken heeft. Enkele jaren geleden kreeg ik het idee om een museum te maken op zolder. Ik heb een kast vol verslagen van wedstrijden uit De Weekbode. Mijn vrouw heeft al dikwijls gezegd dat ze die kast eens zal verbranden (lacht). Ik heb boeken vol foto's en informatie over alle prijskampen in West-Vlaanderen. En er is waarschijnlijk geen enkele foto waar ik niet op sta. Al m'n bekers heb ik ook uitgestald. En mensen kunnen hier meer dan 400 dia's komen bekijken.»
Wie mag allemaal langskomen ?
«Alle bolletra-liefhebbers zijn meer dan welkom. Ik heb op zolder een koelbox met wat drank staan, kan plaatjes draaien, dia's afspelen... Ik beschouw mijn museum als mijn eigen cafeetje. Iedereen die met vragen zit over bolletra of wil weten wanneer welke wedstrijd gespeeld werd : ik kan op alles antwoorden. Elke dag kom ik een uurtje op mijn zolder zitten. Dan leg ik een plaatje op en kijk ik wat rond. Dat is mijn contentement.»
Wat zeggen je vrienden en familie van het museum ?
«Mijn familie heeft mijn zolder nog niet gezien. Ik ga ze binnenkort eens uitnodigen. Mijn oud bestuur heb ik al uitgenodigd. We hadden een fantastisch bestuur. Ik zou ze graag nog eens allemaal opsommen om hen te bedanken : Pol Verstraete, Marcel Sercu, Frans Lepoutre, Marcel Vandeputte, Pol Viaene, Staf Vanhaverbeke en Frans Desmet. Enkele zijn jammer genoeg al gestorven.»
Ben je niet bang dat de bolletra stilletjes zal uitsterven ?
«Nee, dat geloof ik niet. Er zijn nog veel liefhebbers. Er is trouwens al een gast uit Eernegem die mijn museum zal overnemen als ik geen weg meer kan. Maar ondertussen volg ik de bolletra nog op de voet. Elk weekend lees ik in De Weekbode waar er kampioenschappen zijn en dan trek ik daar naartoe. Is het niet om zelf te spelen, dan is het om mijn vrienden te zien, een pintje te drinken en te supporteren.»
Tijdens de week of op zondagvoormiddag kan je André's museum in de Verbrandhofstraat 112 bezoeken. Vooraf verwittigen op 051 24 22 60.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.928 personen (individuals, personnes) d.d. 20 oktober 2024 - site: http://lanssens.be