Albert was gemeentearbeider in de stedelijke vismijn. Vóór 1914 werden de vangsten van de vissersschepen uitgestald op de boord van de kaai en daar verkocht. Om de viskopers op te roepen werd een klokje geluid. Heel wat later werd een onooglijk bakstenen gebouwtje opgetrokken nabij de vlotkom. De volksmond was er dadelijk bij om dit bouwsel, dat slechts 20 meter lang en 10 meter breed was "het stalletje van Bethlehem" te noemen. In 1952-1953 werd een nieuwe en ruime vismijn opgericht. In dit 90 meter lange complex met een breedte van 22 meter, werd de eerste vis verkocht op 11 juni 1953. Vanaf dan werden de kopers opgeroepen door een sirene. In 1971-1972 werd deze vismijn opnieuw vergroot tot circa 150 x 24 meter.
Albert was een vertrouwd gezicht in de vismijn. Hij leidde bijna twintig jaar de visverkoop in een voor een leek onverstaanbaar taaltje. Albert begon als visweger. Daarnaast stond hij ook in voor het reinigen van de vismijn want de vis lag toen nog gewoon op de vloer. In 1999 ging hij met pensioen. Het afslagen in de Vismijn was destijds een echte bezienswaardigheid. Na de omschakeling naar het elektronische verkoopsysteem werd de afslag een stuk folklore en Albert ging de geschiedenis in als 'de laatste visafslager van België' en hij kreeg de titel van 'ereafslager van Nieuwpoort'. Na hem werden de visprijzen, van hoog naar laag, elektronisch afgeklokt.
Stamboom (genealogie/genealogy/généalogie) Lanssens-Denoo: 24.947 personen (individuals, personnes) d.d. 1 december 2024 - site: http://lanssens.be