WAPENSCHILD LANSSENS

Wapenschild Lanssens


GEGEVENS OVER HET WAPENSCHILD

Nieuw wapen aangevraagd door Paul Lanssens, geboren in Brugge op 22.10.1950 en door het Heraldisch College goedgekeurd op 20.04.24 onder het nr. 556.
Het wapen mag gevoerd worden door alle nog levende naamdragende afstammelingen van het echtpaar Edgard Carolus Lanssens (°Oostkamp 14.02.1921 +Oostkamp 06.08.2003) en Rachel Maria Meire (°Lapscheure 25.05.1925 +Oostkamp 17.02.2008).


BESCHRIJVING EN MOTIVATIE

In lazuur een boei van zilver, beide beugels naar boven, waarover twee toernooilansen schuingekruist van goud.
In de voet een penning van hetzelfde.
Wapenspreuk - PRIMUM COGITARE - in letters van lazuur op een lint van goud.

De kleuren geel en blauw zijn afgeleid van het wapen van Gits, omdat de oudste gekende voorvader Andreas Lanssens aangetroffen wordt in Gits rond 1590. De gekruiste lansen vormen een sprekend wapen voor de naam “Lanssens”. De handboeien verwijzen naar het oudste teruggevonden beroep van een voorvader: Eduardus Lanssens (1726-1799) was officier van de baljuw van Torhout. Zo vinden we dat hij in 1784 beslag moest leggen op goederen van wanbetalers, of dat hij in 1790 ordehandhaver was op de paardenmarkt van Torhout. De penning stelt een gouden munt voor, als symbool voor Edgard Lanssens, vader van de aanvrager, die in Oostkamp een bank- en verzekeringskantoor oprichtte. De wapenspreuk wijst op een goede eigenschap in het algemeen. Zij is in het Latijn, omdat de aanvrager ook latinist is. Ze wordt vertaald als “Eerst Nadenken”.