shopify
traffic stats

Processie

Paul Lanssens website

ANDA LOUSIE
REISVERHAAL - REISVERSLAG

Paasvakantie 2004

(Goede Week - Semana Santa)


MUZIEK

Vr 2/4/2004: BRUSSEL – MÁLAGA (2.000 km) en MÁLAGA - RONDA (100 km)

Vrijdagmorgen om 6h00 stipt vertekt de Boeing 737 van de gisteren nieuw opgerichte luchtvaartmaatschappij TUI-Airlines uit Zaventem. De vlucht naar Málaga duurt 2h30, en al om 9h30 rijden Annemie en ik tussen de palmbomen met onze Peugeot 206, gehuurd bij Centauro. Om dit mogelijk te maken zijn we 's morgens om 2h15 opgestaan, en om 4h00 door onze zoon Tomas in Zaventem afgezet.

Volgens de reisbrochures bezit Málaga enkele bezienswaardigheden, maar na een vruchteloze stadsrit van 25 km om een parkeerplaats te vinden, hebben we die alleen vanuit de auto kunnen evalueren. Vermoeid door een te korte nachtrust kan ik nog net stoppen op enkele cm van een wagen, die zonder aarzelen voorrang van rechts neemt. De Spaanse furie achter het stuur stopt even, en kijkt me heel boos in de ogen. Wanneer ze opnieuw vertrekt begrijp ik het: haar wagen is al helemaal beschadigd aan die kant; ze is ongetwijfeld ontgoocheld dat het niet raak was!
Voor alle duidelijkheid: het verkeer in Spanje verloopt gedisciplineerd en vrij rustig. Het is in niets te vergelijken met dat andere zuiderse land, Italië.

Ronda

We besluiten om meteen door te rijden naar Ronda via de A366. Die "A" is geen autostrade, maar een bochtige 2-vaksweg, die juist heraangelegd wordt. De wegenwerken zijn chaotisch georganiseerd: de werf strekt zich ineens uit over tientallen kilometer. Her en der zijn groepjes aan het werk. Stukken afgewerkte baan, stukken oude baan, stukken aangedamde wegkoffer met putten en plassen wisselen elkaar af. Onderweg stoppen we even bij de Lidl van het stadje Coín, en slaan een voorraad drank in voor de komende dagen.

Ronda is een stad van 30.000 inwoners, 800 m boven de zeespiegel, gebouwd aan beide zijden van een kloof met de naam El Tajo, aan de rivier Río Guadalevin. De twee mooiste bezienswaardigheden zijn de indrukwekkende brug over de 160 meter diepe kloof, en de oudste stierengevechtarena van Spanje uit 1785 waardoor Ronda de geboorteplaats is van het stierengevecht. Ons hotel Maestranza ligt vlak tegenover de arena en op amper 200 meter van de kloof! Een betere ligging is niet mogelijk.

Het is zonnig, maar slechts 12° met een koude bergwind. Na onze rondwandeling zoeken we vlug een typische eetgelegenheid in de winkelstraat Carrera Espinel, en bestellen een "combinacion de tapas". We worden behandeld als weerloze toeristen en krijgen een groot bord gekookte aardappelen met 2 soorten mayonaise, rode biet uit een bokaal, en één miniatuurschijfje gerookte hesp voor 13 euro per persoon. Reizen op eigen kracht is altijd met ups en downs. Ronda moet je gezien hebben, maar één keer zal volstaan.

Za 3/4/2004: RONDA - MARBELLA - GIBRALTAR - CÁDIZ (300 km)

De bergweg A376 van Ronda naar de kust is prachtig. In de lucht zien we arenden en ooievaars. De rand van de weg is afgezoomd met enorme cactussen. Op de hellingen verschuilen zich wilde geiten tussen de bloeiende struiken. De laatste kilometers daal je af met een machtig zicht op de Middellandse Zee.

In Marbella parkeren we zonder zoektocht meteen op 100 m van het strand. Het is een mondain stadje voor rijke lui, waar alleen een oude vuurtoren blijven staan is tussen de sjieke appartementen.
We rijden nog even tot vòòr de rots van Gibraltar. Het is file om het Britse Rijk binnen te rijden. Aangezien je een reispas nodig hebt, beperken we ons bezoek tot een foto van op afstand.

Een mooie autostrade leidt ons naar Cádiz. Op dit schiereiland is het 10 graden warmer dan in Ronda: blauwe lucht, groene zee, 22°. Vanuit hotel Puertatierra kunnen we te voet naar het centrum. De oude (~1600) en de nieuwe (1722 à 1883) kathedraal staan naast elkaar met zicht op zee. We maken een gezellige wandeling door nauwe straatjes die overwachts uitkomen op mooie en ruime pleinen. Toen de Guadalquivir in de jaren 1700 verzandde, werd Cádiz een belangrijker handelshaven dan Sevilla. Door al die activiteit op een schiereiland van amper 20 km2 werden de huizen dicht opeen gebouwd. Alleen rijken konden de zon in huis halen door torentjes te bouwen: de miradores. Onderweg zien we 2 trouwfeesten met de moeders in traditionele feestkledij.
In alle kerken is het intussen bijzonder druk. De mensen komen massaal kijken hoe draagschrijnen, die morgen meegedragen zullen worden in de processies, versierd worden. We zijn de avond vòòr Palmzondag: morgen begint de Semana Santa, de Goede Week, die in gans Spanje, maar bijzonder in Andalousië, diep beleefd wordt.

In een klein etablissement nemen we voor 7 euro per persoon een menu van omelet met hesp, een vol bord gebakken vis en een cerveza (pintje). Onze extra pintjes en sherry's kosten slechts 1 euro per stuk. Ronda is allang vergeten.

Palmzondag (Domingo de Ramos) 4/4/2004: CÁDIZ - SEVILLA (100 km)

Op weg naar Sevilla passeren we de afrit van Jerez de la Frontera, dè stad van de sherry, die we zullen reserveren voor een andere reis.
Rond 11h00 rijden we het centrum van Sevilla binnen, en vinden stomweg een klein parkeergaatje in de calle Zaragoza. Even een andere auto achteruitduwen en we staan geparkeerd. Wat later blijkt dat we vlakbij de kathedraal staan, op 10 meter van waar die dag 8 processies zullen langskomen.

De processies van de Semana Santa zijn een waar volksgebeuren. Tussen deelnemers en toeschouwers is geen afstand. In smalle straatjes wurmen de stoeten zich tussen het publiek. Elke cofradía (broederschap) organiseert haar eigen processie vanuit haar kerk naar de kathedraal en terug. Voorbij die laatste (en langs onze auto) passeert dus iedereen. Elke processie bestaat vooral uit boetelingen, vaak barvoets, soms met een houten kruis op de schouder, en anoniem gemaakt door een puntkap over het hoofd. Elke cofradía heeft een eigen kleur voor haar boetekleren: we zien witte, zwarte, bordeaux, grijze, blauwe, ...
Verder brengt elke processie vanuit haar kerk één of twee enorme pasos (draagstellen) mee met brandende kaarsen, kruisen, beelden en - indien beschikbaar - een relikwie. Een paso is helemaal verguld of verzilverd, weegt meer dan 1.000 kg en wordt gedragen door 15 à 20 costaleros (dragers) die elk 50 à 80 kg torsen. Om een bocht van 90° te nemen in een smalle straat is heel wat oefening en organisatie vereist, te meer daar de costaleros verborgen lopen achter een doek. Elke paso is vergezeld van een fanfare van trommels en trompetten. Hun muziek klinkt onheilspellend, dezelfde tonen worden steeds herhaald op het ritme van de trage stap, eerst zacht met stille trommelslagen, plots schel en luid met zware slagen, bijna angstaanjagend, passend bij de tragiek van de Goede Week, maar met uitbundig applaus van het publiek na elk recital.
Soms is er ook flamencogezang en lopen er flagellanten (zelfgeselaars) mee, maar die hebben wij niet gezien.

In een rode dubbeldekbus met open dak van city sightseeing maken we een rit in de wijde omgeving van Sevilla: via twee futuristische bruggen over de Guadalquivir rijden we door het enorme park van de wereldtentoonstelling uit 1992, op de Plaza de España zien we de restanten van de tentoonstelling van 1929, er zijn de parken met palm- citroen- en appelsienbomen, het drukke leven en verkeer van de 700.000 inwoners.

Tussen 2 processies in, en stapvoets door de mensenmassa, sturen we het Peugeotje buiten het centrum, op zoek naar ons hotel voor 3 nachten. Hotel Al Andalus-Palace is echt een paleis. Toch besluiten we om niet te blijven eten in één van de vier thema-restaurants. We rijden op goed geluk 20 km buiten de stad. Een druk volksrestaurant in de gemeente Los Palacios y Villafranca serveert ons voortreffelijke salade, osso-buco en gefrituurde vis aan de prijs van 25 euro voor 2 personen, 6 cervezas inbegrepen.

Maandag in de Goede Week (Lunes Santo) 5/4/2004: SEVILLA

Na een ruim ontbijtbuffet in de binnentuin van ons paleis-hotel, nemen we de stadsbus naar het centrum. Met een gids van 'city-sightseeing' maken we in een groepje van 8 een stadswandeling door het historische centrum. We zien de Torre del Oro (gouden toren), de Torre de la Plata (zilveren toren), de Plaza de Toros de la Maestranza (Sevilla's arena voor stierengevechten), de Barrio de Santa Cruz (vroegere joodse wijk, neergehaald in 1492 tijdens de Inquisitie), de arenavormige Plaza de Cabildo, en uiteraard ... de kathedraal en het Alcázar.

Giralda

Een bezoek aan de kathedraal, inclusief audioguide, kost 10 euro per persoon. We voelen ons dan ook verplicht om de kathedraal nis per nis te doorzoeken samen met minstens 1.000 andere bezoekers. Dit moet een rijke kerkfabriek zijn!
De kathedraal is gigantisch en in verschillende bouwstijlen: er werd aan gebouwd van 1401 tot 1506, na de Reconquista (herovering van zuid-Spanje op de muzelmannen). Om ze te bouwen werd eerst de bestaande Moorse moskee afgebroken. We ontdekken de graftombe van Christoffel Colombus, het immense Vlaamse altaarstuk, de sacristie met kerkschatten, en de binnentuin.
De 96 m hoge toren - de Giralda - is het symbool van Sevilla. De Giralda bezit geen trap, maar een rondlopend hellend vlak. De toren is immers de minaret van de vroegere moskee, en de moëddzin (gebedsoproeper bij de moslims) ging te paard naar boven om niet buiten adem aan te komen. Het uitzicht over de stad is prachtig. De nauwe straatjes die zich rond de kathedraal en het Alcázar kronkelen zijn een belevenis op zich.

's Avonds bestellen we op een terras bij de kathedraal een halve portie calamares, een halve portie kippebrochetten en dos cervezas samen voor 18 euro. Daarna laten we ons voor 5 euro door een taxi voeren naar ons paleis.

Dinsdag in de Goede Week (Martes Santo) 6/4/2004: SEVILLA

Na een royaal ontbijt en het schrijven van 20 kaartjes, nemen we de stadsbus voor nog één bezoek, maar wat voor een: het Real (koninklijk) Alcázar.

Vòòr het Alcázar staat een massa volk, aanschuiftijd 1 à 2 uur. We wandelen langs de file tot bij de kassa. Daar drumt een grote groep richting 'kassa voor groepen'. Zij houden de rest op, waardoor de 'kassa voor individuele bezoekers' helemaal vrij is. Gewoon 2 x 8 euro betalen (audioguide inbegrepen) en we zijn binnen.

Het Alcázar is een oase van rust volledig afgesloten van de drukke stad. Het omvat diverse paleizen, gebouwd over meerdere eeuwen, te beginnen in de 12° eeuw. De vormen zijn islamitisch: centrale patio's met zalen rondom en geheime doorgangen. Alle muren zijn bekleed met geverfd stucwerk in allerlei kronkelende vormen. De enorme tuin Jardines de Alcázars mag zeker niet onvermeld blijven: midden in een hoofdstad waar huizen en auto's opeengeperst staan, is dit een stilte van planten, bloemen, waterpartijen, bomen en vogels, 14 hectaren groot en volledig ommuurd.

Net als de Spanjaarden eten we om 14h30. We zoeken opnieuw nabij de kathedraal in de calle Santander en kiezen paëlla voor 2 personen. Voor 30 euro krijgen we elk 2 mosselen, 1 kippevleugeltje en een portie rijst die aan de pan kleeft. Zo zie je maar: de up's en down's zijn groot.
Intussen is het 30° geworden. We keren terug naar het hotel en genieten nog wat op het balkon.

Woensdag in de Goede Week (Miércoles Santo) 7/4/2004: SEVILLA - CÓRDOBA (130 km)

Na een langgerekt ontbijt rijden we via de autovia naar Córdoba (300.000 inwoners) met de Mezquita als memorabele bezienswaardigheid.
De naam Mezquita is afgeleid van moskee. Ooit was het een kerk gebouwd met materiaal van de Romeinen. De Moren maakten er een moskee van - niet met een koepel - maar met een plat dak op dubbele bogen in wit en rood, die steunen op de oude katholieke zuilen, of zelfs op de nog oudere Romeinse zuilen. De moskee werd meerdere malen uitgebreid. Onder Keizer Karel werd beslist midden in dit monument een kathedraal te bouwen. Het resultaat is verschrikkelijk: de bogen van de moskee zijn nu zijvleugels van de kathedraal, en daaraan werden nog kapellen gebouwd. Het schip van de kathedraal en het hoofdaltaar zijn overvloedig geornamenteerd.
Al de verschillende elementen zijn juwelen op zichzelf, maar het geheel is een kakafonie. Toen Keizer Karel het resultaat zag, was hij verbijsterd en verklaarde dat hier iets unieks vernietigd was.

Na de Mezquita wandelen we door de zonnige straten. De zgn Joodse wijk is gezellig met zijn witgekalkte gevels, maar de synagoge die voor het joodse karakter moet zorgen is niet meer dan een kleine kale ruimte. Haar enige versiering is een nis met een 7-armige kandelaar zoals wij thuis een hebben uit een souvenirwinkel van Jeruzalem. In de smalle bebloemde steegjes verderop moeten de toeristen in rijen van 2 achter elkaar aanlopen.
We spoeden ons dan ook naar hotel Occidental, buiten de stad op een heuvelflank, waar we genieten van de zon, 29°, het zwembad, en een paar cervezas, en ... voor één keer eten we in de McDonalds.

Witte Donderdag (Jueves Santo) 8/4/2004: CÓRDOBA - ÚBEDA - GRANADA (225 km)

Van het dagelijkse maxi-ontbijt nemen we een paar reservebroodjes mee voor onderweg en nemen de autoweg naar Granada. Volgens de reisgidsen lonen de stadjes Úbeda en Baeza de moeite van een kleine omweg. Úbeda kan ons niet bekoren en we rijden ineens door tot Granada.

De stad met 240.000 inwoners is wereldberoemd door het Alhambra, de meest bezochte toeristische trekpleister van Spanje. We weten dat er per dag 'slechts' een contingent van 7.700 bezoekers toegelaten wordt, en toen we een maand op voorhand van thuis wilden reserveren op www.alhambratickets.es waren we al te laat. Spijtig! Maar wat blijkt? Bij aankomst in hotel Rallye meldt de bediende dat ze voor tickets kan zorgen. Hoera!
Er is een detail: de prijs is 38 euro per persoon ipv de normale ticketprijs 10 euro, en te betalen in cash. Voor onze 76 euro worden we dan wel opgehaald per bus en beschikken we over een groepsgids. Allez dan maar, we worden wel opgelicht, maar we hebben toch ons bezoek.

De rest van de dag slenteren we door het toeristische stadscentrum rond de kathedraal. We doen een city-sightseeing in een rode open dubbeldekbus, eten een menu del día, wandelen langs de voet van de rots van het Alhambra, zien tussen een uitbundige massa hoe een processie start vanuit een kerk, en bewonderen op de achtergrond de besneeuwde pieken van de Sierra Nevada. De uitersten vallen nog meer op wanneer we 's avonds auto's met skies op het dak tussen de appelsienbomen zien rijden. Wanneer we rond 21h30 naar het hotel terugwandelen, stromen de Spanjaarden nog maar toe in dichte drommen om te gaan eten en te flaneren.

Goede Vrijdag (Viernes Santo) 9/4/2004: GRANADA - TORREMOLINOS (150 km)

Ons bezoek aan het Alhambra (= het Arabische woord voor rood) verloopt in de regen. Gelukkig zijn we meestal binnen.
De engelstalige gids is zeer goed. Bijna 4 uur worden we begeleid door de diverse paleizen torens en tuinen. Het is vergelijkbaar met het Alcázar van Sevilla maar groter en rijker.

Mooi op zichzelf, maar vloekend qua stijl met de rest, is het paleis van Keizer Karel. Bij ons heet hij Karel V (geboren in 1500 in Gent) maar voor de Spanjaarden was dit de eerste Karel, dus noemen zij hem Carlos I. In zijn rijk ging de zon nooit onder, want hij bezat ook Amerika als kolonie van Spanje. In 1526 beval hij een deel van het Alhambra af te breken en er een paleis te bouwen voor zichzelf. Daarna vertrok hij opnieuw naar onze streken. Karel-Carlos is nooit meer teruggekomen, en het paleis is nooit volledig afgewerkt.

Het oudste en mooiste zijn de Nasriden-paleizen met drie binnenhoven en een overvloed aan verfijnde islamitische decoraties.
Ons bezoek eindigt in de Generalife, de prachtige tuinen.

In de late namiddag rijden we naar Torremolinos waar we 4 nachten bijgeboekt hebben in viersterrenhotel Riu Nautilus op de zeedijk, met zwembad aan het strand.
Bij aankomst krijgen we de mededeling dat het hotel overboekt werd maar dat er een ander hotel voorzien is, weliswaar niet vlak aan zee, maar kwalitatief gelijkwaardig. De bediende wil nogal uitdrukkelijk mijn voucher uitscheuren, waardoor ik hun doorzichtige politiek dadelijk begrijp: overboeken, doorsturen naar een goedkoper hotel, toch het eigen bedrag innen, en dus nog winst maken op hun wandaden!
Ik wil mijn vakantie niet verknoeien met ruziemaken, maar die praktijk moet principieel bestraft worden. Ik bel naar Jessika De Grande van TUI Travel in de Wollestraat te Brugge. Het is juist sluitingsuur, maar zij geeft het bericht nog door aan Eddy die het noodnummer van TUI Oostende bemant. Eddy belt ons op en regelt een afspraak met Ellen, de afgevaardigde in ons alternatieve hotel. Ellen tracht nog plaats te vinden in een ander RIU-hotel, maar tevergeefs.

Hotel Luca Costa Lago is pas gerenoveerd in 2003. Het is sober maar niet slecht, en om in de zee te zwemmen is het toch te koud. De kamers hebben een aparte TV-zitruimte, waardoor het een uitstekend hotel is voor families met kinderen. In de paasvakantie zijn dit vooral grootouders met kleinkinderen. Voor ons is het een plezier om in alle rust nu eens overvloedig te kunnen tafelen in half pension.
Intussen is het beginnen stortregenen, en op TV zien we een halve meter water staan in de straten van Sevilla waar we 3 dagen geleden nog flaneerden.

Paaszaterdag (Sábado Santo) 10/4/2004: TORREMOLINOS

Geiten in Canillas de Aceituno

Vandaag is het nog bewolkt. We rijden met de auto naar de Sierra de las Nieves (letterlijk: bergen van de sneeuw). Boven het witte dorpje Tolox is het uitzicht mooi op 1.000 m hoogte. 's Namiddags maken we een lange wandeling over gans de lengte van Torremolinos. Hoewel de eetzaal van het hotel 320 zitplaatsen telt, spreekt één van de obers ons de tweede avond al aan met enkele woordjes Nederlands.

Pasen (Domingo de Resurrección) 11/4/2004: TORREMOLINOS

Onder een zon die af en toe wisselt met de wolken rijden we door het prachtige natuurpark Parque Natural Montes de Málaga. Schitterende vergezichten volgen elkaar op, ruwe rotsen, een besneeuwde top, en op het einde vanuit de hoogte plots zicht op de zee. Bij onze terugkeer heeft Ellen aan de kamerdeur 2 paaseitjes opgehangen met een kaartje «of we morgenvroeg bij haar willen langskomen». Even later ben ik - samen met twee kinderen - de enige die in het zwembad van hotel Luca Costa Lago zijn koudwatervrees overwint.

Paasmaandag 12/4/2004: TORREMOLINOS

Ellen biedt ons 137,8 euro cash aan als compensatie voor de overboeking van het hotel (37,8 euro prijsverschil tussen beide hotels + 2 x 50 euro smartegeld). We tekenen voor akkoord: de wandaad is bestraft, maar waarschijnlijk zal die hotelier het in de toekomst voor zo'n prikje niet laten.

Onder een stralende zon maken we de mooiste van onze 3 natuurritten. We rijden naar de Reserva Nacional de Sierra de Tejeda vanuit Vélez Málaga, door het witte bergdorp Canillas de Aceituno en terug via Algarrobo. We zien schitterende vergezichten van bergen, stuwmeren en de zee, we rijden door witte dorpen, passeren vlakbij de sneeuwtop van de Puerto (1.832 m), de wegen zijn afgezoomd met cactussen en voorjaarsbloemen. Eén van onze vele foto's is een compositie van Annemie op de voorgrond, daarachter een herder met een kudde bruine geiten, en op de achtergrond een helwit dorp gebouwd in het berglandschap.

Dinsdag 13/4/2004: TORREMOLINOS - BRUSSEL>

Om 8h30 wordt de auto probleemloos afgeleverd op de luchthaven van Málaga met een teller die 1.850 km meer aanduidt dan 11 dagen eerder. De vlucht vertrekt stipt, maar het vliegtuig moet even om via Almería. Tomas pikt ons op in Zaventem, en om 16h00 openen we tevreden de voordeur.

Beste reisgidsen voor Andalousië:
- Nelles voor een snel overzicht en voor het verhaal
- Michelin voor de volledigheid tot in de kleinste details